Ga naar de inhoud

Welke fouten in manuscripten ik vaak tegenkom

  • door
manuscript afwijzen - wat kost een boek uitgeven in eigen beheer - fouten in manuscripten

‘Dus je haalt de dt-fouten uit het manuscript?’ kreeg ik onlangs weer te horen toen ik een klant belde. Jazeker, ik haal de dt-fouten uit het manuscript – maar ik haal er meestal nog veel meer fouten uit.

Een schrijfster dacht laatst dat het in haar manuscript van nog geen 7000 woorden wel mee zou vallen met de fouten, alleen een paar dt-foutjes, dacht ze zelf. Viel dat haar even tegen toen ze zag dat ik er meer dan 800 revisies waren gedaan voor het manuscript foutloos was… Wat mij opvalt is dat het vooral bij schrijvers die een boek willen uitgeven in eigen beheer vaak om dezelfde (kleine) foutjes gaat. Wil je weten welke fouten in manuscripten ik vaak tegenkom? Je leest het hier!

Dt-fouten

Deze kan natuurlijk niet ontbreken in het lijstje en is een van de meest gevonden fouten. Het gebeurd. Het is gebeurt. Nee, fout!

Te veel spaties

Dit gebeurt vooral bij samengestelde woorden. Hoewel veel schrijvers gebruikmaken van de spellingscontrole op hun computer is dit een van de fouten die er door een computerprogramma niet vaak uit gehaald wordt. Fantasiewereld, zeepdispenser, paardrijwedstrijd – je schrijft het allemaal aan elkaar.

Onjuist gebruik van aanhalingstekens

Gesproken zinnen staan tussen aanhalingstekens – of je nu kiest voor enkele of dubbele, dat maakt mij niet uit (hoewel ik wel een voorkeur heb). Belangrijker vind ik dat in het hele manuscript de aanhalingstekens op dezelfde manier gebruikt worden.

Dus niet:

“Jij bent nog lang niet klaar!”, zei zijn moeder. ‘Echt wel!’ riep hij terug.

Maak een keuze op welke manier je aanhalingstekens – en eventuele andere interpunctie – gaat gebruiken en wees daar consistent in!

Blijf consistent!

Blijf consistent, niet alleen bij het gebruik van aanhalingstekens, maar ook in je woordkeuze. Jij kan/jij kunt, jij wil/jij wilt? Maak een keuze! Het komt nogal slordig over als je dit door elkaar gebruikt. En ja, dit komt regelmatig voor! Soms zelfs in dezelfde zin… “Jij kunt niet zo goed koken, maar je kan wel goed eten.”

Doe dit niet! Dit geldt ook voor het gebruik van cijfers. Schrijf bijvoorbeeld niet: ‘Het is 5 over drie.’

Verteltijd

Oké, eigenlijk heeft dit ook weer met consistentie te maken. Blijf consistent in de verteltijd; kies voor ófwel tegenwoordige tijd, ófwel verleden tijd. Dus niet: ‘Eerst lopen Piet en Klara naar de kledingwinkel, daarna gingen ze naar de supermarkt.’

Dit zijn enkele dingen waar ik als tekstcorrector vaak op let, omdat mijn ervaring is dat hierin veel – heel veel – fouten worden gemaakt. Misschien valt het jou als schrijver niet op, maar je lezers (onbewust) wel waardoor ze vinden dat je verhaal slordig overkomt! Dat is toch niet wat je wilt?

Schrijf jij zelf je teksten, maar twijfel je soms aan de spelling van een woord? Ben jij ervan overtuigd dat je foutloos schrijft, maar kom je soms toch nog een foutje tegen? Wil je weten hoe goed jouw teksten zijn? Vraag dan nu een gratis scan aan voor jouw e-book, nieuwsbrief, website of manuscript en ik geef je minimaal drie tips zodat jouw tekst nog beter wordt.

Ja, ik wil die gratis scan!