Een proloog is het tegenovergestelde van een epiloog. Het is een korte tekst die voor het verhaal staat en het is daarmee – na de titel, de flaptekst en de cover – een van de eerste indrukken die de lezer krijgt van een boek. Een proloog wordt ook wel een inleiding genoemd en in sommige boeken is de proloog hetzelfde als de flaptekst. Als dat laatste het geval is dan is het belangrijk dat de proloog aantrekkelijk is; het is dan de eerste tekst – naast de titel – die de lezer leest van jouw boek. Hiermee wil je natuurlijk wel een goede indruk achterlaten, zodat de lezer het boek gaat kopen/lezen. Waarom zou je een proloog schrijven?
Het doel van een proloog
Een proloog heeft een open einde. Met de kracht van de proloog en het open einde maak je de lezers nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. Een proloog mag raadselachtig of onbegrijpelijk zijn, want je wilt je lezer nieuwsgierig maken naar wat er gaat gebeuren. De lezer moet verder willen lezen om erachter te komen wat er met de proloog bedoeld wordt.
Tips als je een proloog gaat schrijven:
Maak de lezer nieuwsgierig
Een proloog moet aantrekkelijk zijn. Beschrijf daarom iets spannends, een probleem of een impactvolle gebeurtenis. Wat er ook in de proloog staat, het moet de lezers nieuwsgierig maken naar het verhaal. Het moet vragen oproepen bij de lezer.
Wees duidelijk
Het hoeft niet duidelijk te zijn wát er precies gaat gebeuren, maar wel waar het over gaat. Als de proloog te onduidelijk of te chaotisch is heeft de lezer geen idee wat hij in het boek kan verwachten, wat ertoe kan leiden dat hij het boek toch niet gaat lezen.
Wees kort maar krachtig
In een proloog hoeven geen uitgebreide sfeermomenten of achtergrondinformatie beschreven te worden. Die achtergrondinformatie komt wel in de rest van het boek.
Beschrijf de hoofdpersoon – of iets wat daarmee te maken heeft
Om de lezer een idee te geven over wie het boek gaat kun je een belangrijke gebeurtenis van de hoofdpersoon omschrijven, of iets wat daarmee te maken heeft. Een moeder die gescheiden wordt van haar baby – en het verhaal begint als de baby achttien is. Een brandweerman die iemand redt uit een brandend huis – en die iemand is de hoofdpersoon. Het boek gaat over de hoofdpersoon, dus zorg ervoor dat die in de proloog voorkomt.
Meer weten over prologen, epilogen, voor- en nawoorden?